19 July 2017

Schriftelijke verklaring door International Campaign for Tibet bij het Amerikaanse Congres

International Campaign dient een schriftelijke verklaring in bij de hoorzitting “Tibet: Vrijheid van Godsdienst” van de Tom Lantos Commissie voor de Mensenrechten in het V.S. Congres

International Campaign for Tibet dankt de Tom Lantos Commissie voor Mensenrechten van het Amerikaanse Congres voor de gelegenheid om deze verklaring in te dienen over de stand van zaken met betrekking tot de vrijheid van godsdienst in Tibet.

International Campaign for Tibet wil graag de aandacht vestigen op de gevolgen van een nieuwe reeks door de Volksrepubliek China uitgevaardigde wetten voor de uitoefening van het Tibetaanse boeddhisme.

Dalai Lama Tom Lantos

Dalai Lama samen met weduwe Annette Lantos en afgevaardigde Nancy Pelosi tijdens de uitreiking van de Lantos Prijs voor Mensenrechten aan hem in 2009.

Het gaat onder meer om de Veiligheidswet van 2015 (van kracht sinds juli 2015), de Wet op de NGOs (van kracht sinds januari 2017), de Antiterreurwet (van kracht sinds januari 2016), en de Cyber Security Law (van kracht sinds juni 2017). Met hun ideologische oorsprong terugvoerbaar op het beruchte “Document No. 9”[1], die in 2013 algemene bekendheid verkreeg, vertegenwoordigen deze wetten de intentie van de Communistische Partij om maximale controle te krijgen over alle aspecten van maatschappelijke activiteiten.

In september 2016 publiceerde China een ontwerp voor een herziening van Verordening op Religieuze Aangelegenheden. Deze verordening maakt Tibetaanse boeddhistische reïncarnaties en alle religieuze activiteiten onderhevig aan goedkeuring door de overheid, legt straffen op aan “religieuze burgers”, die zonder toestemming naar het buitenland gaan, verbiedt religieuze diensten online en het houden van religieuze evenementen in scholen.

De State Administration for Religious Affairs (SARA) kondigde in januari 2017 aan, dat de nieuwe herziene Verordening op Religieuze Aangelegenheden spoedig zou worden ingevoerd, tot op heden is dat echter nog niet gebeurd.

Focus op “staatsveiligheid”, “religieus extremisme” en “terrorisme” in het nieuwe ontwerp Verordening op Religieuze Aangelegenheden
In overeenstemming met de Antiterreurwet van 2016 en de Veiligheidswet van 2015, is het ontwerp voor de Verordening op Religieuze Aangelegenheden een weerspiegeling van de intentie van de regering om de ideeën en noties van “staatsveiligheid”, “religieus extremisme” en “terrorisme” aan de wet toe te voegen en te benadrukken, waardoor religieuze activiteiten direct gekoppeld worden aan politiek gemotiveerde misdaden. Net als in de Antiterreurwet van 2016 worden noch “extremisme”, noch “terrorisme” nader beschreven in de wet, en blijven het vage noties. Hierdoor krijgen de autoriteiten grote discretionaire bevoegdheid om de terminologie toe te passen op voor hen ongewenste religieuze activiteiten. “Staatsveiligheid”, “religieus extremisme” en “terrorisme” zijn toegevoegd aan zowel de algemene bepalingen, alsook aan de specifieke regels van de wet.

Door een verband te leggen tussen religie en een ongedefinieerd “extremisme”, “terrorisme” en “staatsveiligheid”, geeft de verordening, evenals de Antiterreurwet de ruimte voor strafbaarstelling van bijna elke vreedzame expressie van Tibetaanse identiteit, uitingen van niet- gewelddadige afwijkende meningen, of kritiek op het etnische of religieuze regeringsbeleid. In het huidige Chinese politieke klimaat wordt de verbannen Dalai Lama beschuldigd van het aanzetten tot terrorisme door middel van zelfverbrandingen, en zelfs terreur door middel van zijn religieus onderricht, expliciet gedefinieerd als “infiltratie van buiten.” Verwijzend naar buiten de Volksrepubliek China levende religieuze autoriteiten, zoals de Dalai Lama, vereist de verordening “onafhankelijkheid” van “buitenlandse overheersing” als voorwaarde voor religieuze groeperingen om binnen de wet actief te zijn.

Goedkeuring boeddhistische reïncarnaties door Chinese overheid Na invoering van een verordening, waarin staat dat gereïncarneerde lama’s toestemming moeten hebben van de overheid, lanceerden de Chinese autoriteiten een “Living Buddha” (Huo Fo, een Chinese term die wordt gebruikt om te verwijzen naar reïncarnaties in het Tibetaans boeddhisme) authenticatie database in 2016. De Chinese staatsmedia meldden dat het online registratiesysteem de profielen van 1.311 door de staat “als gereïncarneerde Boeddha’s” goedgekeurde personen bevat. De autoriteiten omschrijven dit als een bescherming tegen bedrog, maar het maakt ongetwijfeld deel uit van hun meer systematische aanpak om het Tibetaans boeddhisme te controleren en de invloed van de Tibetaanse boeddhistische meesters, zoals de Dalai Lama, te verzwakken, en tegelijk hun eigen invloed onder Tibetaanse boeddhisten af te dwingen in een poging om de macht van de Communistische partij te versterken. Het systeem werkt door de uitgifte van vergunningen aan degenen, die officieel als gereïncarneerde Tibetaanse lama’s kunnen mogen worden erkend. De Chinese Boeddhistische Vereniging geeft nu certificaten af, die door de Chinese regering zijn goedgekeurd. Traditioneel zijn het altijd de Tibetaanse boeddhistische meesters zelf, die het proces van identificatie begeleiden en legitimiteit gegeven aan reïncarnaties.

China’s bredere inspanningen om Tibet te controleren omvatten het vervangen van loyaliteit aan de Dalai Lama met trouw aan het CCP beleid, hetgeen leidt tot vrees voor het uithollen van de Tibetaanse nationale en religieuze identiteit. De aanscherping van controle met betrekking tot reïncarnatie, die aan het hart ligt van het Tibetaanse boeddhistische geloof, komt voort uit het verlangen van de overheid om haar macht te doen gelden over het instituut van de Dalai Lama en andere prominente reïncarnatie lijnen.

De Dalai Lama heeft uitdrukkelijk gezegd, dat kwesties met betrekking tot zijn reïncarnatie de Tibetaanse boeddhistische traditie aangaan en niet de Chinese overheid. In een formele in 2011 afgegeven verklaring over zijn reïncarnatie zei de Dalai Lama: “… de persoon die reïncarneert heeft als enige legitiem gezag over waar en hoe hij of zij wordt wedergeboren en hoe die reïncarnatie dient te worden erkend”. Hij voegde hieraan toe: “Het is in het bijzonder ongepast voor de Chinese communisten, die zelfs expliciet het idee van een vorig of toekomstig leven afwijzen, laat staan het concept van gereïncarneerde tulkus, om zich te mengen in het systeem van reïncarnatie en zoals ze dat expliciet doen bij de reïncarnaties van de Dalai Lama en de Panchen Lama’s ”.

De theoretische onderbouwing van vijandigheid ten opzichte van religie ontstond in de late jaren 1990 / begin jaren 2000. In officiële verklaringen werd duidelijk dat het de positie van de CCP was, dat vanwege de link met de Dalai Lama, godsdienstig geloof in Tibet inherent vijandig was, niet alleen aan het socialisme, maar ook aan de Chinese staat. De rol van de partij in het controleren van het Tibetaanse boeddhisme is sindsdien benadrukt in de bovenste regionen van de CCP leiding. Op een doorslaggevende bijeenkomst voor de vaststelling van het beleid inzake Tibet voor de komende tien jaar, verwees toenmalig president en partijsecretaris Hu Jintao naar de hoge politieke prioriteit van het “op een lijn houden van het Tibetaans boeddhisme met de socialistische maatschappij.”

Bijgevolg hiervan definiëren religieuze wetten in de Volksrepubliek China de reikwijdte van staatsinterventie en leggen illegale activiteiten door religieuze beoefenaars en groepen vast, in plaats van legale religieuze activiteiten te beschermen tegen overheidsingrijpen. Hierdoor moeten religieuze groeperingen, religieuze scholen, locaties voor religieuze activiteiten en religieuze burgers zich niet alleen “houden aan de grondwet, wetten, verordeningen en regels”, maar ze zijn ook belast met de politieke doelen en daarmee het “beschermen van de eenheid van het land, etnische eenheid, religieuze harmonie en sociale stabiliteit.”

Voor Tibet betekent dit politisering en drastische staatsinmenging met religieuze activiteiten. Tibetaans boeddhisme dient “het socialistische systeem en het socialisme met Chinese karakteristieken te ondersteunen”, zoals verklaard door Xi Jinping[2]. Tijdens zijn bezoek aan de stad Driru op 4 en 5 augustus (2016), verklaarde Wu Yingjie, de nieuwe partij secretaris van de Tibetaanse Autonome Regio, dat kloosters samen met de Chinese Communistische Partij “onwankelbaar” stand moeten houden in de “strijd tegen de Dalai-kliek ”, en dat monniken en nonnen de leiding van Xi Jinping moet volgen bij de uitvoering van hun religieuze werk. Wu waarschuwde dat monniken en nonnen om “politiek betrouwbaar” moeten worden. De CCP, die atheïsme bevordert, vereist dat monniken en nonnen de partij respecteren boven alle andere prioriteiten. Een harde “rectificatie” campagne, die in 2014 in Driru werd gelanceerd, verklaarde dat als ‘illegaal’ beschouwde kloosters zullen worden afgebroken en dat Tibetanen, die foto’s van de Dalai Lama bezitten of traditionele gebed (mani) stenen plaatsen, streng zullen worden gestraft.

In 2015 riep de toenmalige hoogste Partij in Tibet in een in de Chinese media gemelde verklaring in Lhasa op Chinese rode vlaggen te plaatsen op alle Tibetaanse boeddhistische kloosters. Dit volgde op een oproep aan kloosters door de toenmalige partij chef in de Tibetaanse Autonome Regio, Chen Quanguo, om centra voor propaganda te worden. Dit leidde tot een meer alomvattende en systematische aanpak van de ‘patriottische educatie’ en een dramatische toename in werkteams en partijkaderleden in de landelijke en stedelijke gebieden.

Afnemende mogelijkheden voor Tibetaanse religieuze bedevaart naar India
In december 2016 en januari 2017 werden duizenden Tibetaanse pelgrims door de Chinese autoriteiten gedwongen om terug te keren naar Tibet. De Tibetaanse pelgrims waren naar India gereisd om aan de Kalachakra, een belangrijk religieus onderricht door de Dalai Lama in Bodhgaya, een voor boeddhisten heilige plaats in India, deel te nemen.

Deze actie volgde op systematische maatregelen in Tibet om te voorkomen, dat Tibetanen zelfs ook maar het land zouden uitreizen, ook hadden veel van hen al vele jaren doorgebracht met het verkrijgen van paspoorten op legaal te kunnen reizen. De Chinese autoriteiten hadden al de controles op Tibetanen verscherpt en gingen in november en oktober 2016 in sommige gebieden zelfs van huis tot huis om paspoorten in beslag te nemen.

Een Tibetaanse vrouw kreeg te horen dat ze moest terugkeren anders zou haar pensioen door de regering worden ingetrokken. Toen ze geen acht sloeg op de waarschuwing, omdat het haar levenslange droom was geweest om de kalachakra bij te wonen, kreeg ze te horen dat haar kinderen hun baan zouden verliezen. Een monnik werd verteld dat als hij niet naar huis zou gaan, hij niet zou mogen terugkeren naar zijn klooster. Een van zijn familieleden moest een papier ondertekenen om te verklaren, dat hij direct terug zou komen. Heel veel pelgrims hebben hiermee te maken gekregen – familieleden moesten papieren ondertekenen waarin verklaard werd dat ze zouden terugkeren naar huis, waarbij de implicatie was, dat die familieleden te maken zouden krijgen met ernstige gevolgen, als ze dat niet deden.

In 2012 lanceerden de Chinese autoriteiten een grote operatie om Tibetanen te verhinderen de vorige Kalachakra in Bodh Gaya bij te wonen. Veel pelgrims ‘verdwenen’ voor weken of maanden bij hun terugkeer en werden voor langere tijd voor ‘heropvoeding’ in militaire kampen en andere faciliteiten vastgehouden. In juli 2014, toen de Dalai Lama een andere Kalachakra initiatie hield in Ladakh, India, werd het religieuze onderricht door de Chinese overheid voor het eerst omschreven als een aansporing tot ‘haat’ en ‘extremistische activiteiten’, in lijn de hun harde taal in hun nieuwe antiterreurcampagne. De autoriteiten brengen hun pogingen om te voorkomen dat Tibetanen het onderricht van de Dalai Lama in ballingschap bijwonen in verband met hun ‘terrorismebestrijding’ werk in de ‘frontlinie’ grensgebieden van Tibet, waaronder Ngari (Chinees: Ali) in de Tibetaanse Autonome Regio, dat India grenst.

Terugkerende Tibetanen, van wie velen ouderen, werden vastgehouden en gedwongen om intensieve ‘patriottische opvoeding’ sessies te ondergaan. Sommigen werden in de gevangenis vastgehouden of gedwongen om voor een langere periode dwangarbeid te verrichten, bijvoorbeeld als ze betrapt werden met foto’s van de Dalai Lama of souvenirs aan het onderricht. Degenen die een paspoort in bezit hadden werden hun paspoorten afgenomen en kregen deze niet terug.

Aanbevelingen

  • International Campaign for Tibet, verwijzend naar de internationale normen voor de mensenrechten, wil de volgende aanbevelingen doen aan de Tom Lantos Commissie voor de Mensenrechten:
  • Om de bevindingen van de niet-partijgebonden resolutie van het Huis, H. Res. 337 van juli 2015, te steunen en een beroep doen op de regering van de Verenigde Staten om de secties 613 (a) en 621 (c) van de Wet Tibetaanse Policy van 2002 volledig uit te voeren en te bevorderen, dat in overeenstemming met de Tibetan Policy Wet van 2002 en zonder voorwaarden vooraf de vertegenwoordigers van de regering van de Volksrepubliek China en Zijne Heiligheid de Dalai Lama een inhoudelijke dialoog voeren, met het doel om de Tibetaanse grieven aan te pakken en door onderhandeling een overeenkomst te bereiken voor het Tibetaanse volk;
  • Om de Verenigde Staten regering te verzoeken om consequent Tibetaanse mensenrechten en verontrusting over politieke en religieuze vrijheid ter sprake te brengen in belangrijke bilaterale ontmoetingen met Chinese ambtsdragers; Om een beroep te doen op de regering van de Verenigde Staten om te benadrukken, dat de inmenging door de Chinese regering in het Tibetaanse reïncarnatie proces een schending is van het internationaal erkende recht op godsdienstvrijheid en het feit onder de aandacht te brengen, dat behalve China, ook andere landen lange Tibetaans boeddhistische tradities hebben, en dat zaken die verband houden met reïncarnaties in het Tibetaanse boeddhisme van groot belang zijn bij de Tibetaans boeddhistische bevolking wereldwijd, waaronder Tibetaanse Amerikanen; 
  • Op te roepen tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Tibetaanse politieke gevangenen, onder hen Gedhun Choekyi Nyima, de 11de Panchen Lama, die door de Chinese autoriteiten in hechtenis werd genomen en sinds 1995 vermist is.
  • Om de roep om onderzoek naar de mysterieuze dood in de gevangenis van de Tibetaans boeddhistische meester Tenzin Delek te ondersteunen.

Voetnoten:
[1] http://www.chinafile.com/document-9-chinafile-translation
[2] http://news.xinhuanet.com/english/2016-04/23/c_135306131.htm

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer