5 July 2013

Nieuwe uitdagingen van binnenuit voor Tibet-beleid van China

International Campaign For Tibet OP 27 juni 2013

Tijdens een aantal bijeenkomsten in Qinghai werden voorstellen besproken om portretten van de Dalai Lama opnieuw te tonen, een eind te maken aan de verkettering van de Tibetaanse leider, en de politie-aanwezigheid in kloosters te verminderen, volgens verscheidene onofficiële Tibetaanse bronnen. Het nieuws kwam naar buiten naar aanleiding van de publicatie van gewaagde nieuwe voorstellen van toenadering tot de Dalai Lama en kritiek op het beleid in Tibet door professor Jin Wei van het Centrale Partij School.

De uiteenzetting van professor Jin Wei, op 9 juni gepubliceerd in Yazhou Zhoukan (Asia Weekly), een Chinees tijdschrift in Hong Kong, en de voorstellen voor een nieuwe aanpak in Qinghai, geven aan dat er bij het huidige harde lijn beleid in Tibet vraagtekens worden gezet en dat dit in de Volksrepubliek China wordt besproken. Sinds de protesten en het hardhandig optreden van 2008, is bekend dat de Chinese en Tibetaanse ambtenaren en intellectuelen hun bezorgdheid hebben geuit over de steeds agressievere retoriek tegen de Dalai Lama en de nadelige gevolgen daarvan. Professor Jin Wei’s analyse, waarvan het onwaarschijnlijk dat die tot stand is gekomen zonder enige officiële steun, weerspiegelt dat onder sommige beleidsmedewerkers, wetenschappers en ambtenaren, een standpunt heerst dat de kritieke situatie in Tibet herevaluatie behoeft van de centrale kwestie omtrent het betrekken van de Dalai Lama. De discussie over het Tibet-beleid was onder leiding van Hu Jintao volledig tot zwijgen gebracht.

Tibetaanse lama’s en ambtenaren bespreken de nieuwe aanpak van de Dalai Lama

Nieuws over besprekingen van een zachtere benadering van de Dalai Lama in de Tibetaanse Autonome Prefectuur Tsolho (Chinees:Hainan) in Qinghai (het Tibetaanse gebied Amdo) kwam naar voren op een Chinese website en bij Tibetaanse bronnen in het gebied na drie bijeenkomsten in een klooster in Chabcha (Chinees: Gonghe) en de provinciehoofdstad Xining.

Een ontwerp-document gepresenteerd op de bijeenkomst in Xining is verspreid en besproken op de Chinese sociale media netwerken, waaronder Weibo. Een Tibetaan in ballingschap, die het online debat heeft gevolgd zei: “Het niveau en de diepte van de discussie op de bijeenkomsten, waarbij ambtenaren betrokken lijken te zijn, is zeer ongebruikelijk. Zowel Tibetanen als Chinezen hebben welwillende opmerkingen over de voorstellen op Weibo gemaakt, waarbij een Chinese commentator stelt dat een nieuwe aanpak een goede zaak zou zijn als het echte vrede en harmonie stimuleert.”

Door de deelnemers op de bijeenkomst werden zorgen geuit over het sinds 2008 opgelegde “ultra- linkse” religieuze beleid, wat er toe geleid heeft dat “Lama’s, leraren, monniken en nonnen gedwongen werden onvoorstelbare denigrerende uitspraken tegen de 14de incarnatie van de Dalai Lama, Tenzin Gyatso, te doen, onder meer door hem een wolf in religieuze schaapskleding te noemen, en dergelijke.” (De Dalai Lama wordt in de officiële Chinese media vaak afgeschilderd als een ‘wolf in het gewaad van een lama’). Dit leidde tot één van de belangrijkste voorstellen van de vermelde ontwerp-document, namelijk dat deze openlijke veroordelingen moeten stoppen. Een verslag over de bijeenkomst, geschreven in het Tibetaans, verklaarde: “Voortaan, als men een gelovige is, is het niet nodig om denigrerende uitspraken tegen de 14de Dalai Lama te maken; evenzo is er geen bevel van de autoriteiten om hem te veroordelen of te bekritiseren.”

Een ander voorstel volgde na een discussie over politie-aanwezigheid en de sterke beveiligingmaatregelen tegen kloosters, gekoppeld aan patriottische heropvoedingscampagnes. Tijdens de vergadering suggereerden Tibetanen dat de kloosters zou moeten worden toegestaan te opereren zonder een dergelijke mate van controle en beheer van buiten, behalve in het geval van politiek ‘instabiele’ kloosters, en dat bij geschillen eerst interne bemiddeling moet worden geprobeerd.

Volgens de bronnen werd voorgesteld dat de nieuwe experimentele aanpak vanaf augustus in drie provincies in Tsolho moet worden uitgevoerd – de gemeente Tsigorthang (Chinees: Xinghai), de provincie Gepasumdo (Chinees: Tongde), en de provincie Mangra (Chinees: Guinan). [1] Het is niet bekend of de partij chef van Qinghai, Luo Huining, één van deze bijeenkomstenzijn bijwoondde. [2]

Volgens onofficiële bronnen van de vergaderingen van juni werd tijdens de bijeenkomst het volgende onderscheid gemaakt, welke in de praktijk wellicht moeilijk te realiseren is: “In termen van religie, kan de 14de Dalai Lama worden vereerd, gerespecteerd en gevolgd. Echter, in termen van de politiek, kan hij niet worden gevolgd, religie en politiek moeten worden gescheiden”. Dit was het voorstel omvatte het voorstel dat monniken en leken foto’s van de Dalai Lama’s weer mogen laten zien.

De laatste zou een minder controversieel element te zijn, met name in gebieden buiten de Tibetaanse Autonome Regio, waar afbeeldingen van de Dalai Lama vaak getoond worden. Het Derde Tibet Work Forum in 1994, een belangrijke politieke bijeenkomst, leidde tot het verbod op het bezit van foto’s van de Dalai Lama en andere religieuze symbolen door leden van de partij. De omvang van het verbod en op wie het moet worden toegepast waren dubbelzinnig, ten dele om het intimiderende effect te verhogen, en de uitvoering was grillig. Maar in principe mogen foto’s van de Dalai Lama niet worden weergegeven in een regeringskantoor of accommodaties en vandaag de dag worden in de TAR vrijwel geen afbeeldingen van de Dalai Lama publieklijk getoond, hoewel ze nog steeds bewaard worden in privé-woningen. Foto’s kunnen nog wel eens aangetroffen in kloosters, maar ze worden verborgen wanneer de werk-teams voor patriottische heropvoeding arriveren.

In verschillende Tibetaanse gebieden zijn er verschillende cycli van repressie, hardhandig optreden en ontspanning geweest met betrekking tot anti-Dalai Lama beleid. Bijvoorbeeld in eind 2000 werden de religieuze beperkingen onder leken Tibetanen, met name in en rond Lhasa, geïntensiveerd en werden de woningen van ambtenaren gecontroleerd op foto’s van de Dalai Lama. Het lijkt erop dat Chinese ambtenaren op nationaal en provinciaal niveau wellicht een theoretisch onderscheid maken tussen politieke en religieuze toepassing van afbeeldingen van de Dalai Lama, door te stellen dat het aanvaardbaar is als een persoon een foto van de Dalai Lama bij zich heeft met het doel hem te aanbidden als een religieus persoon. Als zijn foto wordt gebruikt om separatisme te bepleiten, dan is dat onaanvaardbaar. Maar dit onderscheid is niet duidelijk en blijft open voor de interpretatie van de overheid.

ICT is niet in staat om berichten die op de sociale media circuleren te bevestigen, in welke monniken in het Ganden klooster, Lhasa, en in gebieden rond Kardze (Chinees: Ganzi) in Sichuan, te horen zouden hebben gekregen dat het hen is toegestaan om afbeeldingen van de Dalai Lama te tonen.

De nieuwe aanpak in Qinghai kan zijn geadviseerd als een ‘experiment’, en gerechtvaardigd als een poging of een tactiek om verdere Tibetaanse zelfverbrandingen te voorkomen. Er is een directe correlatie tussen de zelfverbrandingen en de intensieve campagne tegen de Dalai Lama in Tibet en deze gaat samen met de agressieve expansie van wettelijke maatregelen die de staatscontrole over de Tibetaanse religie en -cultuur aanscherpen. Dit werd vooral duidelijk na het instellen van steeds verder beperkende maatregelen in de Oostelijke Tibetaanse gebieden van Amdo en Kham, waar de meeste van de zelfverbrandingen hebben plaatsgevonden. Vrijwel alle 120 Tibetanen die zichzelf sinds 2009 in brand hebben gestoken, hebben opgeroepen om het de Dalai Lama toe te staan om naar huis terug te keren.

Hoewel de discussies aangeven dat er meer ruimte is voor het naar voren brengen van suggesties die tegen het bestaande beleid ingaan, is het niet bekend of de voorstellen zullen worden uitgevoerd en tot nu toe is er geen bewijs van versoepeling van Peking’s huidige hardvochtige beleid ten opzicht van Tibet.

Er is geen officiële aankondiging, noch op provinciaal, noch op centraal niveau in China, over deze nieuwe aanpak. De bijeenkomsten in Qinghai worden op geen enkele officiële websites of in belangrijke staatsmedia vermeld en de harde lijn opstelling van het United Front Work Department – de afdeling van de Partij die betrokken is bij de dialoog met de vertegenwoordigers van de Dalai Lama totdat de gesprekken vastliepen in in januari 2010 – is ongewijzigd, met de missie op haar website waarin te lezen is dat de ‘strijd’ tegen de Dalai Lama een van de belangrijkste prioriteiten is.

De Chinese autoriteiten zijn bekend voor het beoefenen van afwisselende golven van concessies en harde lijn beleid, genaamd fang-shou, wat ‘zacht-hard’ betekent. Dit neemt soms de vorm van het terugnemen van de krachtige uitspraken na een propaganda-offensief.

In een eerder precedent voorafgaand aan hetgeen in Qinghai is besproken, stonden de Chinese autoriteiten in juli 2009 Tibetanen in de gemeente Drango (Chinees:Luohuo) in Kardze, Oost-Tibet (Sichuan) toe om de Dalai Lama’s verjaardag te vieren met een gebedsceremonie en om zijn beeltenis te tonen. Elke poging om in het openbaar de verjaardag van de Dalai Lama op 6 juli te markeren, was in de afgelopen jaren in Tibet over het algemeen verboden. Volgens verschillende Tibetaanse bronnen, bracht een werk-team van een handje vol ambtenaren, die het gebied de avond er voor bezocht, foto’s van de Dalai Lama mee voor de lokale bevolking. Sommige Tibetanen beschreven het als een “tijdelijke tactiek” als onderdeel van een poging om onrust te voorkomen, die samenviel met de 60ste verjaardag van de Volksrepubliek China (VRC) op 1 oktober 2009. (ICT-verslag, Initiatief om foto’s van de Dalai Lama toe te staan veroorzaakt speculatie : geen beleidswijziging waarneembaar). Dit was echter een geïsoleerd incident in een klimaat van intense onderdrukking, en er was weinig of geen waarneembaar debat.

Er is nog een recent voorbeeld van uitingen van grote bezorgdheid door een Tibetaan uit het religieuze establishment over een aantal beleidsmaatregelen. De gerespecteerde Kirti monnik, Go Sherab Gyatso, schreef een goed geschreven en gedetailleerde blog gericht tegen een recente nieuwe verordening, die in zijn klooster in Ngaba (Chinees: Aba), Sichuan (het Tibetaanse gebied Amdo) strikt word gehandhaafd. Deze verordening vereist dat alle geschriften en publicaties vooraf vóór publicatie goedgekeurd moeten worden door het ‘Departement van Onderwijs’ van het klooster. Hoewel de oorspronkelijke blogpost op de Sangdhor website momenteel offline is, net als de hele site, is er een vertaling in het Engels gepost door de literaire website ‘High Peaks Pure Earth’: “Ik moet me uitspreken” door Go SherabGyatso. In de op 4 juni geschreven blog schrijft Go Sherab Gyatso: “De rode wind van buiten is zo sterk en haar bevelen zo streng, dat er nauwelijks ruimte is om in en uit te ademen. En des te erger, wanneer men getuige is van handelingen zoals deze [de nieuwe maatregel], is het verdriet overweldigend.”

Chinese professor roept op tot dialoog met de Dalai Lama in zeldzame kritiek op het beleid

Professor Jin Wei van de Centrale Partij School verwees in haar interview in Yazhou Zhoukan (Asia Weekly) op 9 juni (Shuo Jiming, “Beijing Expert: Hervat onderhandelingen om Tibetaanse kwestie op te lossen”, Asia Weekly, Vol 27, Issue 22, 9 juni, 203) ook naar de noodzaak om religie niet te politiseren. Een volledige Engels vertaling van haar standpunten is hieronder opgenomen. Door te stellen dat het een vergissing is om religieuze en nationaliteiten kwesties als “politieke” te behandelen, impliceert Jin Wei dat door Beijing niet de nodige zorgvuldigheid is betracht toen ze adviseerde de nieuwe leiding “voorzichtig te zijn in de afhandeling van Tibet-gerelateerde werkzaamheden”.

In een zeldzame uitspraak erkende Jin Wei dat de Dalai Lama een “sleutelfiguur in Tibet-gerelateerde kwesties” is en stelde: “De Dalai Lama wordt door zes miljoen Tibetanen gezien als een ‘Levende Boeddha’ en de manier waarop China met hem omgaat, beïnvloedt de gevoelens van duizenden en duizenden Tibetanen” [.] We kunnen hem niet domweg als een vijand behandelen”.

Professor Jin Wei riep op tot het hervatten van de dialoog met vertegenwoordigers van de Dalai Lama, en gaf zelfs een kader voor deze dialoog aan door te een discussie voor te stellen over het toestaan van de Dalai Lama om Hong Kong of Macau te bezoeken, louter in zijn hoedanigheid als religieus leider. Jin Wei gaf ook aan dat een bezoek aan Tibet in een later stadium niet moet worden uitgesloten.

Professor Jin Wei’s opmerkingen verdienen aandacht, ook al is het opvallend dat de opmerkingen werden gepubliceerd in Hong Kong, in plaats van in Beijing, waar ze gespecialiseerd is in etnische en religieuze zaken bij de Centrale Partij School. Het is onwaarschijnlijk dat Jin Wei deze opvattingen zonder steun naar voren heeft gebracht, hoewel ze tot tweemaal toe aangeeft dat de noodzaak van gesprekken tussen de Dalai Lama en de Chinese zijde een ‘persoonlijke visie’ betreft. De Centrale Partij School, die specifiek ambtenaren traint voor toekomstige leidinggevende posities in de Communistische Partij, staat onder leiding van Liu Yunshan, één van het zeven leden tellende Politburo en hoofd van de propaganda-afdeling. China’s belangrijkste leider, Xi Jinping, was voorzitter van de school van 2007 tot 2013.

Jin Wei’s eerdere onderzoek van ontwikkelingshulp in Tibet trok aandacht buiten China, doordat ze stelde dat de overheidsfinanciering in het gebied had verzaakt om een bijdrage te leveren aan reële economische groei, en stelde dat veel van de programma’s geen rekening hielden met de culturele contexten en vertrouwden op maatregelen van de kant van de overheid (http://english.caixin.com/2012-12-18/100473750.html). [3]

Na haar nauwgezette onderzoek van Tibet, erkent Jin Wei het belang van zowel het Tibetaans boeddhisme en als Dalai Lama voor het Tibetaanse volk en verwijst naar de noodzaak voor de Chinese leiders om: “Religie en politiek te ontwarren; onder het zorgvuldig beoordelen van de psychologische behoeften van het Tibetaanse volk. Tibetaanse mensen worden duizenden jaren lang beïnvloed door religie, en hebben een nationale identiteit ontwikkeld met een  ‘zware nadruk op geestelijk en licht op materialisme, zwaar op het volgende leven en licht op dit leven’ houding. Dit is een enorm verschil met de belangrijkste nationaliteit van China, de Han. Als de regerende Communistische Partij van China, is het noodzakelijk om dit duidelijk te begrijpen.” Onder verwijzing naar ‘ongunstig fouten’ door de leiding, licht Jin Wei er de “verschillende Partijsecretarissen van de Autonome Regio Tibet” uit, die “bevooroordeeld zijn tegen het praktiseren van religieuze zaken, hetgeen een schaduw vooruit heeft geworpen op de opeenstapeling van grieven vandaag de dag”.

Haar kritiek op de manier waarop religieuze en andere kwesties worden behandeld, wordt op een veel directere manier geuit, dan voorheen door geleerden in partijorganisaties werd naar voren gebracht. Hoewel er er een harde lijn van verzet tegen haar opmerkingen zijn, geeft het aan dat er een zekere mate van debat over Tibet-beleid bestaat, zelfs al is dat alleen onder geleerden die dicht bij het ??leiderschap staan, in plaats van het Politburo zelf. Een groep wetenschappers uit verschillende Partij organisaties, die vorig jaar bijeenkwamen voor een symposium over etnische beleid in Beijing, had haar grote bezorgdheid naar voren gebracht over de noodzaak van bescherming van ‘culturele diversiteit’ in etnische beleid en bracht het “gebrek aan vertrouwen in minderheidsbevolkingen in de maatschappij” naar voren, maar ze refereerde niet specifiek naar het Tibet-beleid en de Dalai Lama. [4]

Duidelijk makend dat het Chinese beleid in Tibet niet werkt, bepleit Jin Wei voor het rekening houden met de echte grieven van Tibetanen door de leiding. Onder verwijzing naar het belang van de Chinese leiders om aandacht te geven aan specifieke omstandigheden in Tibet ter plekke, haalde Jin Wei het bezoek van Yu Zhengsheng aan Tibetaanse gebieden eerder dit jaar aan. Yu Zhengsheng, lid van het Politbureau, werd onlangs benoemd als leiding gevende van de centrale partij over kleine groepen gericht op zaken gerelateerd aan Xinjiang en Tibet (SCMP verwijzend naar Caixin, 4 juni 2013).

Hoewel Jin Wei’s artikel een zachtere aanpak voorstaat, erkent ze ook het hardnekkige karakter van het conflict door te stellen dat de ‘uitdaging’ van de Dalai Lama aan “China’s soevereiniteit en territoriale integriteit” sinds het verlaten van Tibet in 1959, een kern zorg vormt voor de CCP. “De tegenstelling tussen ons en de Dalai Lama Kliek is vijandig en onverzoenlijk”.

Professor Jin Wei bespreekt de mogelijkheid van het uitbreken van geweld in Tibet na het overlijden van de Dalai Lama, maar de oplossing die zij voorstelt voor de partij is om ervoor te zorgen dat de reïncarnatie van de Dalai Lama wordt geboren in de PRC: “Als de ‘Dalai Lama impasse’ kan worden doorbroken, moeten we er voor ijveren dat de reïncarnatie van de Dalai Lama binnen het land plaatsvindt.” Hoewel Jin Wei erkent dat er een “historisch precedent is voor ‘Levende Boeddha’s’ om hun eigen opvolgers aan te wijzen”, spreekt ze er ook over dat de partij moet voorkomen dat zijn reïncarnatie in het buitenland wordt geboren.

Jin Wei verwijst naar de “schaamte” van de partij met betrekking tot de “Tweeling Panchen Lama” gebeurtenis, hetgeen een zeldzame publieke erkenning is van de problemen die de autoriteiten ondervonden in de afhandeling van de situatie na erkenning door Dalai Lama in 1995 van Gendun Choekyi Nyima als 11de Panchen Lama. Gendun Choekyi Nyima werd gevangen gezet en is sindsdien niet meer gezien. Zijn verdwijning heeft grote onrust veroorzaakt onder de Tibetanen, die alleen hem erkennen als de legitieme Panchen Lama, en karakteriseren Gyaltsen Norbu, de jonge man die door China is aangesteld, als de ‘namaak Panchen’ of ‘Chinese Panchen’.

Jin Wei karakteriseert de zelfverbrandingen in Tibet als “een geagiteerde emotionele handeling, die wordt verricht na ophitsing” en een “niet op de realiteit gebaseerde hysterie”. Maar zij erkent dat “de maatregelen die zijn genomen om dit te stoppen nog niet uitzonderlijk effectief zijn geweest” en waarschuwt ook dat ze “een ernstiger conflict teweeg kunnen brengen” als er geen verandering in de aanpak komt.

Professor Wei Jin concludeert dat de kwestie Tibet van cruciaal, in plaats van marginaal belang is voor China. Een oplossing zou het internationale imago van China bevorderen en de vooruitzichten op de hereniging met Taiwan, en relaties met andere etnische minderheden in gebieden zoals Xinjiang, zouden hiervan kunnen profiteren. Dit weerlegt het argument van een aantal Chinese functionarissen dat het maken van concessies over Tibet een schadelijk effect op de ‘stabiliteit’ elders kan hebben, en een negatief effect op de kernwaarden van de “territoriale integriteit en soevereiniteit” zou hebben.

Wanneer professor Jin Wei verwijst naar de noodzaak, dat de leiding te “zelfverzekerd” over het Tibet-beleid is, refereert ze wellicht aan het nieuwe vertrouwen onder geleerden, waaronder zij zelf, in de presentatie van een nieuwe aanpak.

Zhu Weiqun, die de belangrijkste gesprekspartner in de dialoog met vertegenwoordigers van de Dalai Lama was tot 2010, weerspiegelde de hardere lijn van de autoriteiten toen hij vorige week aangaf dat gesprekken overbodig zijn en stelde: “De toekomst van Tibet, sinds de vreedzame bevrijding in 1951 tot de democratische hervormingen in 1959, is door het Tibetaanse volk zelf besloten. De Dalai Lama kan deze situatie niet veranderen.” (Interview in China News Weekly, 16 juni 2013).

Het tegengaan van het agressieve beleid tegen de Dalai Lama

Opgeleide Tibetanen die proberen hun taal en culturele en religieuze identiteit te beschermen, baseren hun voorstellen vaak overeenkomstig hun inzicht in het Chinese beleidskader. In het geval van de in dit verslag beschreven nieuwe aanpak in Qinghai, wordt de rationale hierachter gekarakteriseerd als de bevordering van patriottische opvoeding en verbetering van de ‘stabiliteit’ in Tibetaanse gebieden. In de Chinese politieke taal is ‘stabiliteit’ een gecodeerde verwijzing naar de noodzaak om elke vorm van ‘sociale onrust’ te voorkomen. In Tibetaanse gebieden van de Volksrepubliek China, wordt ‘behoud van stabiliteit’ ten uitvoer gelegd op voet van oorlog met een in vele gebieden een de facto staat van beleg. [5]

Vanaf 1994 begonnen de Chinese autoriteiten met een bijzonder agressieve campagne tegen de Dalai Lama, waaronder een verbod op de vertoning van foto’s van de Dalai Lama en voorschriften voor monniken en nonnen om de Dalai Lama af te zweren. Terwijl het beleid eerst werd geïmplementeerd in de Tibetaanse Autonome Regio, zijn ze geleidelijk ook opgelegd in de oostelijke Tibetaanse gebieden, waar voorheen in vergelijking met de TAR voor Tibetanen meer speelruimte en gelegenheid was om zich te uiten en hun godsdienst te beoefenen.

Veel Tibetanen die zichzelf in brand hebben gestoken, hebben geprobeerd de religieuze context van hun daden te onderstrepen. Sommigen zijn gestorven met hun handen gevouwen in gebed, terwijl velen van hen zichzelf in brand hebben stoken naast een stupa (reliekschrijn gebouw), klooster of nonnenklooster. De meerderheid van de Tibetanen die zichzelf in brand hebben gestoken, hebben opgeroepen tot vrijheid, en – in grote meerderheid – voor de terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet. Tot verontrusting van de autoriteiten zijn sommige zelfverbrandingen gevolgd door bijeenkomsten van duizenden Tibetanen om te bidden, aan de Dalai Lama gewijde mantra’s te zingen, of om op vreedzame en gematigde wijze om verandering in het beleid te vragen. (ICT verslag, ‘Storm in de Graslanden’, december 2012).

Agressieve nieuwe in december 2012 geïntroduceerde maatregelen, het criminaliseren van de mensen die zichzelf in brand gestoken hebben, en hun families en vrienden, hebben gefaald in het verhinderen dat Tibetanen zichzelf in brand steken. In de eerste zes maanden van 2013 hebben 22 Tibetanen zichzelf in brand gestoken, meest recentelijk de non Wangchen Dolma op 11 juni in de buurt van het Nyatso klooster in Tawu tijdens een bijeenkomst van duizenden monniken.

Tibetanen tarten afsluiting van Lhasa om de dochter van de Panchen Lama’s te verwelkomen

Als verdere indicatie van de kracht van de Tibetaanse gevoel op gebied van hun culturele en religieuze identiteit, verzamelde zich op 20 juni een grote menigte van Tibetanen bij de Jokhang tempel ondanks strenge veiligheidsmaatregelen om de dochter van de overleden Panchen Lama, Rigzin Wangmo (die in Beijing woont), in Lhasa te verwelkomen. Volgens de Voice of America’s Tibetan service en op websites van Tibetanen in ballingschap geplaatste afbeeldingen hebben Tibetanen ondanks de pogingen van de Chinese autoriteiten om het bezoek low-profile te houden, strenge veiligheidsmaatregelen getrotseerd om een glimp op te vangen van de dochter van de 10de Panchen Lama, die tot zijn dood in 1989 de hoogste religieuze leider in Tibet was na het vluchten van de Dalai Lama in ballingschap in 1959.

Lhasa is sinds het uitbreken van de grote protesten in maart 2008, hermetisch afgesloten en de autoriteiten hebben de beveiliging drastisch geïntensiveerd en de patriottische heropvoedingscampagnes in de historische en culturele hoofdstad van Tibet opgeschroefd. Er is een strikte controle op de verplaatsing van mensen en de stad bevindt zich in een staat van de facto militair bestuur.

De 10de Panchen Lama zat 14 jaar in de gevangenis of onder huisarrest nadat hij verslag deed over de onderdrukking  godsdienst, massale arrestaties, straffen en executies van Tibetanen, die in 1959 volgden op de Opstand in Tibet tegen de Chinese overheersing in zijn ‘70,000-karakter petitie’ in 1962 aan Mao Zedong.

In de Tibet Post, een krant in ballingschap, zijn foto’s van het bezoek van Rigzin Wangmo gepubliceerd: Menigte begroet dochter van de 10de Panchen Lama’s in Lhasa, Tibet.

Interview met Jin Wei

Peking Expert:  Hervat onderhandelingen om Tibet kwestie op te lossen

De volledige tekst van het interview met professor Jin Wei, vertaald uit het Chinees door ICT, volgt hieronder:

Jiming Shuo : 2013/06/09
Asia Weekly
Vol 27 Issue 22.

Interview met Professor Jin Wei

Q: Is de kwestie Tibet een nationaliteit kwestie, een religieuze of culturele kwestie, of een politieke kwestie?
A: Het is moeilijk om een eenvoudige definitie van de kwestie Tibet te geven, je kan zeggen dat het moeilijk is om een omschrijving te geven. In 1952 wees Mao Zedong erop: “We moeten een uiterst voorzichtige benadering van de politiek in Tibet volgen. We moeten ons de extreme ernst van vraag over de Tibetaanse nationaliteit realiseren, en moeten er adequaat mee omgaan, dit geval kan niet worden afgehandeld als een normale zaak.”

Q: Hoe definieert Beijing dit nu?

A: Sinds de jaren 1980 is er merkbare neiging Tibet-gerelateerde zaken af te handelen als een politieke kwestie. Zo is er bijvoorbeeld naar voren gebracht dat ontwikkelingsvraagstukken in Tibet politieke kwesties, strategische vraagstukken, en een kwestie van de territoriale integriteit van het land zijn. In de afgelopen jaren hebben leidinggevenden van de betrokken ministeries duidelijk gemaakt dat er geen ‘kwestie Tibet’ is, alleen maar de kwestie van de separatistische Dalai Lama Kliek. Momenteel is de binnenlandse omschrijving van de betrokken vraag: De “Tibet-gerelateerde kwestie” heeft betrekking op kwesties in verband met het sociale bestuur en sociale ontwikkeling van de zes miljoen Tibetanen, die wonen in de vijf provincies van de TAR, Qinghai, Sichuan, Gansu en Yunnan

Q:. Hoe zie je het zelf op basis van de resultaten van je onderzoek?

A: Mijn persoonlijke mening is dat je de Tibet-gerelateerde kwesties niet kunt generaliseren. Bijvoorbeeld, voor wat betreft de binnenlandse en buitenlandse Tibetaanse extremisten, die onophoudelijk de ‘Tibetaanse onafhankelijkheid’ kwestie nastreven, de kwestie van sabotage en separatisme door infiltranten, de kwestie van het voorstel van de Dalai Lama voor een hoge mate van autonomie, de kwestie ‘Groot Tibet’, dit zijn zonder twijfel politieke kwesties. Echter een aantal van de binnenlandse tegenstellingen en conflicten die plaatsvinden zijn meestal te wijten aan de nationaliteit en religieuze kwesties. Als de incidenten verband houden met nadelige gevolgen voor het leven, eigendom en veiligheid van mensen, dan is er sprake van een strafbaar feit. We moeten de specifieke kwesties analyseren.

Q: Het Vijfde Tibet Work Forum kenmerkt de Dalai Clique contradictie als een speciaal soort contradictie, wat zijn de bijzondere eigenschappen?
A: Deze karakterisering van de Vijfde Tibet Work Forum is relatief wetenschappelijke en accuraat. De 14de Dalai Lama was ooit de heerser van de locale theocratische regering van Tibet. Na zijn vertrek in 1959 heeft hij zich langdurig ingezet voor separatistische activiteiten gericht op Tibetaanse onafhankelijkheid en vormde daarmee op direct wijze een uitdaging voor de soevereiniteit van China en haar territoriale integriteit. Vanuit dit niveau is de tegenstelling tussen ons en de Dalai Lama Kliek vijandig en onverzoenlijk. Maar we moeten ook inzien dat de Dalai Lama voor zes miljoen Tibetanen verondersteld wordt een ‘levende god’ te zijn, en het onderwerp van hun spirituele verering is, en aanzienlijke aantrekkingskracht heeft. Onze houding ten opzichte van hem en de manier waarop we omgaan met gerelateerde kwesties is van invloed op de gevoelens van duizenden en duizenden Tibetanen, en daarom kunnen we hem niet domweg als een vijand behandelen.

Q: Juist vanwege deze uitzonderlijkheden zijn de kwestie Tibet en de kwestie Dalai Lama tot nu toe afgehandeld door het United Front Work Department. Op basis van wat je zei, is er, naast vijandigheid, een betere manier om deze kwesties te beheren?
A: In november vorig jaar, tijdens het 18de Centrale Partijcongres, deed kameraad Hu Jintao verslag aan de vergadering. Je merkt wellicht op dat, in het verslag, in het verlengde van de beleidsuitgangspunten die de communistische partij altijd heeft aangehouden, nationaliteits-kwesties en religieuze vraagstukken onderdeel vormen van het werk van het United Front Work Department. Het ??beheer van nationale zaken, de verantwoordelijkheid voor het beheer van etnische en religieuze zaken behoort tot de Commissie Staat Etnische Zaken en het Bureau van Religieuze Zaken van de Raad van State, en ook aan het United Work Front van het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij. Vanwege de huidige situatie in China, speelt het United Front Work Department van de partij een belangrijkere leidinggevende rol. In de huidige toewijzing van bestuurstaken, is het centrale United Work Front verantwoordelijk gemaakt voor Tibet-gerelateerde zaken, terwijl de Centrale Politiek en de Commissie voor Recht verantwoordelijk zijn voor de Xinjiang kwestie. Van de 31 provincies en autonome regio’s in China is dit hoogst uitzonderlijk, hetgeen ook kan worden afgeleid in de aandacht voor deze twee regio’s door de Centrale Comité van de Communistische Partij en de centrale overheid.

Behalve het op een vijandige manier omgaan met de kwestie van de Dalai Lama, zijn er zeker andere methoden. In 2010 hadden vertegenwoordigers van de centrale overheid en van de Dalai Lama al negen gespreksronden gehad. De beste manier voor beide zijden om de Dalai Lama kwestie en Tibet-gerelateerde problemen op te lossen zouden serieuze, oprechte en constructieve gesprekken zijn met het oog gericht op de toekomst.

Q: De Dalai Lama heeft ook voorgesteld om de dialoog te hervatten, wat zijn de kansen dat dit gebeurt?
A: De Dalai Lama is een sleutelfiguur in Tibet-gerelateerde zaken, persoonlijk denk ik dat oprechte, waarheidsgetrouwe en constructieve dialoog bijzonder essentieel is. In 2010, nadat vertegenwoordigers van de centrale overheid en van de Dalai Lama de negende ronde van gesprekken hadden gevoerd, waren beide partijen het eens dat er geen echte vooruitgang was geboekt. Maar wat betreft de Tibet-gerelateerde werkplanning, pleit ik persoonlijk voor het herstarten van de gesprekken.

Q: Wat kan besproken worden?

A: Er zijn verschillende gebieden waaraan kan worden gedacht:
Ten eerste, zet de geschillen opzij en doorbreek de impasse, waardoor de gesprekken vooruit komen. In overeenstemming met de “makkelijke dingen eerst” benadering, zet de “Middenweg” en andere politieke kwesties opzij, bespreek het toestaan van de Dalai Lama om Hong Kong of Macau te bezoeken louter en alleen in zijn hoedanigheid als religieuze leider. Men zou moeten overwegen om de de Dalai Lama in de toekomst toe te staan in Hongkong te wonen. De Dalai Lama heeft in 2011 afscheid genomen van de politiek, nu is zijn capaciteit uitsluitend die van religieuze leider, zijn politieke rol heeft hij volledig verminderd met het doel op te treden als een religieuze entiteit. Als dit voorspoedig vordert, kan wellicht in de toekomst een bezoek van de Dalai Lama aan Tibet overwogen worden. Ten tweede, moeten we ons inzetten om ervoor te zorgen dat er alleen een binnenlandse reïncarnatie van de Dalai Lama is. De 14de Dalai Lama heeft een hoge leeftijd bereikt, dus de kwestie van de Tibetaans boeddhistische reïncarnatie ligt om de hoek. Onder de huidige omstandigheden zal er een ‘Tweeling Dalai Lama’ zijn, met één reïncarnatie erkend in het buitenland en één in eigen land, wat leidt tot meer gecompliceerde kwesties, die grote gevolgen hebben voor de stabiliteit en de veiligheid van de Tibetaanse regio. Als de ‘Dalai Lama impasse’ kan worden doorbroken, moeten we ons beijveren om reïncarnatie van de Dalai Lama ??binnen het land te laten gebeuren. Hoewel we de ‘loting uit de Gouden Urn’ kunnen gebruiken om te voorkomen dat de reïncarnatie in het buitenland plaatsvindt, is er een historisch precedent voor ‘Levende Boeddha’s’ waarbij ze hun eigen opvolgers kunnen aanwijzen. We moeten er alles doen om de verlegenheid van een ‘Tweeling Panchen Lama’ te voorkomen.

Q: Wat is de relevantie daarvan?

A: Met het overlijden van de Dalai Lama zal het concept van de universele waarden en de “obsessie met de Dalai Lama” door mensen in de westerse landen geleidelijk verdwijnen, en de internationale druk op Tibet-gerelateerde aangelegenheden zal langzaam worden verminderd. Ondertussen zal de verontrusting en hevige gevoelens van Tibetaanse groepen op het vasteland worden gekalmeerd, als er een geloofwaardige Dalai Lama door religieuze rituelen in China zal worden geproduceerd. De Tibetaanse regering in ballingschap zal zonder de Dalai Lama waarschijnlijk de route van extreem geweld volgen in samenwerking met andere extremistische organisaties. Maar als we het ‘Dalai Lama Dilemma’ kunnen oplossen, dan kunnen we de rol van spelen van het ‘vakkundig ontwijken van het probleem’ en de overzeese Tibetaanse krachten voor onafhankelijkheid desintegreren.
V: Is er een mogelijkheid, dat  de Dalai Lama wordt toegestaan om terug te keren naar China?
A: De discussie over de kwestie van terugkeer van de Dalai Lama terug naar zijn land, moet denk ik voorafgegaan worden door twee onderzoeken. Ten eerste moet er een zorgvuldige onderzoek van het vertrouwen en de gevoelens van de zes miljoen Tibetanen jegens de Communistische Partij plaatsvinden; ten tweede, moeten we correct inschatten op welke wijze het Tibetaanse volk de Dalai Lama vereert en wat ze voor hem voelen. Hoe kan dit objectief geëvalueerd worden.? “In dit leven ben ik afhankelijk van de Communistische Partij, in het volgende leven ben ik afhankelijk van de Dalai Lama” is de meest eenvoudige en veel voorkomende uitspraak die ik van gewone mensen vernam tijdens mijn opeenvolgende reizen naar Tibet. Je zou kunnen zeggen dat deze paar woorden de sleutel vormen tot deze evaluatie.
Bij de beoordeling van deze kwestie, moet de Chinese Communistische Partij zeer zelfverzekerd zijn! Sinds de vreedzame bevrijding van Tibet in de jaren vijftig, heeft de Communistische Partij een grote hoeveelheid zorg en liefde aan Tibet en de algemene bevolking van Tibetanen gewijd, en heeft het een grote mate van steun en hulp op het gebied van economische ontwikkeling gegeven. In de afgelopen 50 jaar is grote vooruitgang geboekt in de economische en sociale ontwikkeling van Tibetaanse gebieden, en zeer grote verbeteringen in de materiële kant van het leven, gezondheid, onderwijs en vervoer. Daarom is de Tibetaanse volk diep dankbaar aan de Communistische Partij, en erkennen zij volledig de Volksrepubliek China, die onder leiding staat van de Chinese Communistische [Partij].
Maar tegelijkertijd, terwijl de Communistische Partij nog meer werk heeft verricht op het gebied van economische en materiële ontwikkeling, hetgeen nog meer rijkdom en hulp heeft gebracht, is het onmogelijk om de status van de Dalai Lama in de ogen van het grote publiek te ontkennen, en het is onmogelijk om de manier waarop het Tibetaanse volk de Dalai Lama vereert en hun afhankelijk van hem te veranderen. Het kan worden gesteld dat voor het Tibetaanse volk, deze verering geen politieke betekenis of doel heeft, “Tibetaanse onafhankelijkheid” is slechts een holle frase voor de meeste mensen, en ze hebben er geen interesse in en begrijpen niet wat het betekent. Het Tibetaanse volk is vol van dankbaarheid aan de Communistische Partij, zoals vernam wordt erkend, en Tibetanen hebben een soort van religieuze verering voor de Dalai Lama zonder politiek doel. Onze leiders op alle niveaus en in alle relevante afdelingen moeten vol zelfvertrouwen zijn in dit verband, en op basis van deze beoordeling kunnen ze de kwestie van het toestaan ??van de terugkeer van de Dalai Lama naar zijn land bespreken.
Q: Recentelijk hebben zoveel mensen zichzelf in brand gestoken, en meer een paar van hen waren jonge mensen, waarom heeft dit zich gericht op jongeren?
A: Tibetaanse zelfverbrandingen begonnen in 2009 in de prefectuur Ngaba, de provincie Sichuan, en in januari van dit jaar hebben meer dan honderd Tibetanen zichzelf in golf na golf verbrand. Ik geloof dat het dilemma van de kwestie Tibet als volgt kan worden samengevat:
Ten eerste heeft de snelheid van zelfverbrandingen zich voortgezet en versterkt, waarbij het in essentie een soort ‘virtuele hysterie’, een besmettelijke ziekte, een beweging, is geworden;
Ten tweede, de maatregelen die zijn genomen om hen te stoppen zijn niet bijzonder effectief geweest;
Ten derde, de zelfverbrandingen kunnen leiden tot ernstigere conflicten. Berichten in de media, video opnamen, gebeden voor mensen die zichzelf in brand gestoken hebben, betuigingen van medeleven en andere acties blijven hun maatschappelijke impact vergroten. De geagiteerde emoties van de Tibetanen en de acties van lokale overheden om confrontaties tegen te gaan, hebben meer tegenstellingen gecreëerd, van een religieuze beweging is het uitgegroeid tot een politieke beweging en een beweging van haat. Deze tegenstelling heeft zich verspreid over de hele Tibetaanse etnische groep, en is uitgegroeid van een tegenstelling tussen de centrale regering en de separatistische kliek van Dalai Lama tot etnisch conflict tussen Chinezen en Tibetanen.
Ten vierde, zelfverbranding is een geagiteerde emotionele handeling, die wordt verricht na ophitsing; zelfverbrandingen hebben zich geconcentreerd onder de jeugd, wiens gevoelens tegenover de Communistische Partij anders zijn, als gevolg van generatieverschillen. De communistische partij hielp de oudere generatie van Tibetanen door de emancipatie van hen, en ze hebben een diepe dankbaarheid voor het verkrijgen van een stukje land en vee. Jongeren zijn niet in staat om de nieuwe en oude regeringen, de verbetering in het materiële leven te vergelijken. Wat het Tibetaanse volk betreft is dit ontegenzeggelijk juist, maar jongeren kunnen heel impulsief zijn, en hun emoties gemakkelijk naar buiten brengen.

Q:. De leiders na het 18de partijcongres zijn meer verlicht en open, is een overgang naar een meer positieve benadering van de kwestie Tibet mogelijk?

A: Yu Zhengsheng, de voorzitter van de Politieke Consultatieve Comité van het Chinese Volk, heeft kort na zijn aantreden een bezoek gebracht aan de Tibetaanse regio als gevolg van de aandacht die de nieuwe leiders schenken aan Tibet-gerelateerde zaken. Mijn persoonlijke advies is: ze moeten voorzichtig zijn in de omgang met Tibet-gerelateerde activiteiten. Het is zestig jaar sinds de oprichting van de Volksrepubliek, maar Mao Zedong’s perspectief dat “wij een uiterst voorzichtige benadering van de politiek in Tibet moeten hanteren. We moeten ons de uiterste serieus kwestie van Tibetaanse nationaliteit realiseren, we moeten er adequaat mee omgaan, dit geval kan niet afgehandeld als een gewone zaak”, is nog steeds waardevol.

Ik geloof dat, om Tibet-gerelateerde problemen op te lossen, het noodzakelijk is om voorzichtig te zijn bij het werken in de Tibetaanse regio, en religieuze zaken moeten met uitzonderlijke voorzichtigheid worden behandeld.

Ten eerst, neem de situatie in ogenschouw, en implementeer volgens de wetenschappelijke ontwikkelingstheorie. Verscheidene partijsecretarissen van de Autonome Regio Tibet zijn bevooroordeeld tegen het beoefenen van religie. Dit werpt vandaag de dag hun schaduw op de opeenstapeling van grieven.  Tibet-gerelateerde vraagstukken vereisen een inschatting van de situatie, anders worden ongunstige fouten gemaakt;
Ten tweede, ontwar religie en politiek; beoordeel zorgvuldig de psychologische behoeften van het Tibetaanse volk. Het Tibetaanse volk is duizenden jaren lang beïnvloed door religie, waarbij zich een “zwaar geestelijk en licht op materialisme, zwaar op het volgende leven en licht op dit leven” nationale identiteit heeft gevormd. Dit is een enorm verschil met de belangrijkste nationaliteit in China, de Han. Als regerende Communistische Partij van China, is het noodzakelijk om dit duidelijk te begrijpen.
Tibet-gerelateerde zaken zijn cruciaal voor het hedendaagse China. Als we gebruik kunnen maken van creatieve ideeën om de impasse te doorbreken, zou dit niet alleen sociale stabiliteit en het voorkomen van het ontstaan ??van langdurige wonden in nationaliteit bevorderen, het zou ook een positief effect hebben op andere nationale minderheden in China. Tegelijkertijd zou het nuttig kunnen zijn voor de hereniging met Taiwan en het verbeteren van de internationale imago van China.

[1] De in New York gevestigde Chinese website Duowei noemde deze drie provincies als de focus van de experimentele benadering. De provincies Trika (Chinees: Guide) en Chabcha (Chinees: Gonghe) werden niet genoemd, hoewel ze worden bestuurd vanuit de Tibetaanse Autonome Prefectuur Tsolho.

[2] Luo Huining werd in maart (2013) benoemd tot Secretaris van het Provinciaal Comite van  Communistische Partij van China (CPC) van de provincie Qinghai, ter vervanging van Qiang Wei, deelde het CPC-Centraal Comite in een verklaring dinsdag mee.
Voorafgaand aan deze benoeming diende Luo sinds januari 2010 als gouverneur van Qinghai. (Zie hier).
[3] Lan Fang, “Hulp Programma’s in Tibet ontbreken Efficiencie stelt Wetenschapper”, Caixin, 18 december 2012 (Zie hier).
[4] “Volharden in de Basis van het Politieke Systeem, Los Ethnisch Kwesties op door Ontwikkeling – Een Overzicht van de Chinese Etnische Theorie Associatie Symposium, 23 februari 2012, Liu Ling, Chinese Academy van Sociale Wetenschappen Instituut voor Volkenkunde en Antropologie, zie hier (in het Chinees).
[5] De staatsmedia verklaarden op 10 februari 2012, dat de situatie in Tibet zo ernstig is dat de ambtenaren zich klaar moeten maken voor “een oorlog tegen separatistische sabotage”. (Tibet Daily)

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer